Geen pinguïns op de Noordpool

Alle informatie over de pinguïn

Wetenschappelijke naam: Spheniscus demersus

Wat is een pinguïn?

Een pinguïn is een vogel die niet kan vliegen. Zijn vleugels dienen als flippers. Een pinguïn kan goed zwemmen en duiken.  Onder water kan de Afrikaanse pinguïn een snelheid behalen van 20 km per uur. Ze hebben een stroomlijnvorm. Dit wil zeggen dat ze van voren rond zijn en van achteren in een punt lopen. Door deze vorm hebben ze minder weerstand in het water en zijn ze nog sneller!

Is de pinguïn een zoogdier of een vogel?

Veel mensen twijfelen of een pinguïn een vogel of een zoogdier is. Een pinguïn is een zeevogel die niet kan vliegen. Je herkent een vogel aan het feit dat hij veren heeft. Daarnaast legt een pinguïn eieren. Zoogdieren leggen geen eieren dus een pinguïn is geen zoogdier.

Maar als een pinguïn een vogel is, waarom kunnen ze dan niet vliegen? Ranger Floor vertelt je daar alles over in onderstaande video!

Het verenkleed van een pinguïn

Pinguïns hebben niet één, maar wel twee lagen met veren! De eerste laag dient als bescherming tegen de kou. De tweede laag geeft weer extra bescherming in het koude water. De pinguïn smeert de tweede laag in met vet waardoor deze laag waterdicht is. Het verenkleed van een pinguïn bestaat uit veel kleine donsveertjes. Die donsveertjes zijn heel warm. Dit is noodzakelijk omdat ze zwemmen in de koude oceaan. Alle volwassen pinguïns hebben een witte buik en een zwarte rug. Dit dient als schutkleur in het water! Een keer in het jaar valt de tweede verenlaag uit. Dit noemen ze de rui en deze duurt ongeveer drie weken. Als het verenkleed uitvalt, zijn de pinguïns niet meer goed beschermt tegen het koude water en zijn ze niet meer waterdicht. Ze kunnen dus niet meer zwemmen en jagen. In die ruiperiode krijgen ze dus nauwelijks tot geen voedsel binnen. Voordat de pinguïns hun verenkleed kwijtraken, eten ze heel erg veel. Zo bouwen ze een vetlaag op om te kunnen overleven in de ruiperiode. De Afrikaanse pinguïns leven in warmere gebieden. Hier bestaat er een kans dat de pinguïn oververhit kan raken door zijn goed geïsoleerd verenkleed. Daarom is de Afrikaanse pinguïn overdag vaak in het water te vinden om af te koelen en bij scherming en in de nacht vaak op het land.

Leefgebied van de pinguïn

Elke pinguïnsoort leeft op een ander deel van de wereld. Veelal leven ze op het zuidelijk halfrond. Pinguïns komen voor op en rond Antarctica, Nieuw-Zeeland, Australië, de Galapagoseilanden, Zuid-Afrika en het zuiden van Zuid-Amerika. Veel mensen denken dat pinguïns ook op de Noordpool leven. Dit is echter niet zo. Er komen geen pinguïns voor op de Noordpool. IJsberen leven wel op de Noordpool. Een pinguïn en een ijsbeer hebben elkaar nog nooit gezien in de natuur!

Voortplanting van een pinguïn

De meeste pinguïnsoorten leggen twee eieren behalve de keizerspinguïns. Die leggen er maar één per keer. Ze bewaren de eieren op hun voeten. De broedperiode duurt ongeveer 39 dagen. Het mannetje en het vrouwtje wisselen elkaar af tijdens het broeden. Zo kunnen ze allebei op jacht. Als het zover is, hakken de jongen de dikke schaal open met behulp van hun eitand. Dit is een scherpe stekel aan het einde van de snavel. Als de jongen pinguïns uit het ei komen zijn ze bedekt met donsveren. Deze donsveren veranderen binnen ongeveer drie jaar naar het volwassen verenkleed. Als de kuikens ongeveer twee weken oud zijn, gaan de ouders samen op jacht om voedsel te zoeken voor de jongen. Na ongeveer twee tot vier maanden gaan de kuikens zelf op jacht.

Paar voor het leven

Afrikaanse pinguïns vormen paartjes voor het leven. Zij zijn dus monogaam. Afrikaanse pinguïns herkennen elkaar feilloos te midden van een groep soortgenoten door hun unieke geluid.

Pinguïnkuikens

Pinguïnkuikens worden op dezelfde manier geboren als de andere vogels: uit een ei. Vogeleieren kunnen niet in de zee worden gelegd, waardoor ook bij pinguïns de nesten op het land moeten maken. Hier komt het mannetje en het vrouwtje elk jaar weer terug om te broeden. Het vrouwtje legt gemiddeld twee eieren.

Benieuwd hoe onze Afrikaanse Pinguïns hun nest bouwen en hoeveel kuikens ze uiteindelijk daar uit kunnen broeden? Ranger Brent zoekt dit voor je uit!

 

Een groep pinguïns

Een groep pinguïns wordt een kolonie genoemd. Pinguïns leven in grote kolonies van soms wel duizenden pinguïns bij elkaar. In het midden van de groep kan het zelfs een stuk warmer zijn dan helemaal aan de buitenkant van de groep. Zo houden ze elkaar warm.

Vijanden van de pinguïn

De grootste vijanden van de pinguïn in zee zijn vooral orka’s, zeeluipaarden en haaien. Op het land moeten de pinguïns de eieren goed in de gaten houden, want deze kunnen geroofd worden door de verschillende vogels. Daarnaast zijn ook katten, honden en ratten gevaarlijk voor pinguïns.

De allergrootste vijand van de pinguïn is toch de mens. Dit komt door olievervuiling, overbevissing, het verdwijnen van leefgebied en toerisme. Sommige pinguïnsoorten werden bijna uitgeroeid om hun vet, de eieren en de veren van de pinguïn. De Afrikaanse pinguïn is daarom bedreigd. De afgelopen 100 jaar is de populatie Afrikaanse pinguïns met 90% afgenomen!

De rol van dierentuinen is het behouden en beschermen van bedreigde diersoorten. Europese parken werken nauw met elkaar samen om dit doel te bereiken en doen dit met een managementprogramma (EEP). Ook de Afrikaanse pinguïn is hier onderdeel van. Zo wordt er een gezonde reservepopulatie behouden. Meer over soortbehoud en onze rol hierin ontdek je hier.

Natuurbehoud

Niet alleen pinguïns, maar veel van de diersoorten die je in ons park ziet zijn bedreigd en hebben het moeilijk in hun oorspronkelijke leefgebied. Wist je dat wereldwijd meer dan 4000 diersoorten met uitsterven bedreigd zijn? Samen kunnen we hen helpen, met grote, of kleine stappen. Wil je weten hoe? Klik dan hier.

Stichting Wildlife

Stichting Wildlife ondersteunt SANCCOB in Zuid-Afrika. Zij helpen de dieren door bijvoorbeeld het opvangen van zieke en jonge Afrikaanse pinguïns. Zodra deze weer beter zijn, worden ze losgelaten in de natuur. Meer weten over Stichting Wildlife? Klik dan hier.

Wat voor geluid maakt een pinguïn?

Pinguïns maken allerlei soorten geluiden. De Afrikaanse pinguïns, zoals in Sarfaripark Beekse Bergen, maken een balkend geluid. Dit geluid lijkt een beetje op dat van een ezel! Door het stemgeluid kunnen ze ekaar herkennen en terugvinden als ze elkaar kwijt zijn geraakt. Pinguïns leven namelijk in hele grote kolonies dus de kans is groot dat ze elkaar wel eens uit het oog verliezen. Elke pinguïn heeft zijn eigen uniek zang.

Benieuwd naar het geluid van een pinguïn? Kom live luisteren!

Tickets

Hoe slaapt een pinguïn?

Een pinguïn heeft ook slaap nodig en moet dus rust pakken. Als een pinguïn slaapt, ligt of staat hij op de grond met zijn kop tussen zijn veren of onder zijn vleugel. Ze slapen niet heel lang, maar vaak korte periodes. Als een pinguïn gaat slapen, is hij kwetsbaar voor roofdieren. Daarom moet hij, ook tijdens zijn dutjes, zijn omgeving goed in de gaten blijven houden.

Wat eet een pinguïn?

Pinguïns zijn carnivoren. Dit betekent dat ze vlees eten. Ze vangen hun voedsel onder water en daarbij kunnen ze wel een snelheid van maar liefst twintig kilometer per uur halen! Ze eten vooral vis, kreeftachtigen, krill en kleine inktvisjes. Pinguïns hebben een soort kleine haakjes op hun tong. Hierdoor kunnen ze beter de vissen vangen.

Soorten pinguïns

Verspreid over de wereld leven er wel 18 soorten pinguïns. Deze zijn binnen de familie pinguïns (Spheniscidae) verdeeld in vier geslachten:

Aptenodytes

  • Koningspinguïn (Aptenodytes patagonicus)
  • Keizerspinguïn (Aptenodytes forsteri)

Eudyptes

  • Fjordlandpinguïn (Eudyptes pachyrynchus)
  • Snareskuifpinguïn (Eudyptes robustus)
  • Grote kuifpinguïn (Eudyptes sclateri)
  • Zuidelijke rotspinguïn (Eudyptes chrysocome)
  • Noordelijke rotspinguïn (Eudyptes moseleyi)
  • Macaronipinguïn (Eudyptes chrysolophus)
  • Schlegelspinguïn (Eudyptes schlegeli)

Eudyptula

  • Dwergpinguïn (Eudyptula minor)

Megadyptes

  • Geeloogpinguïn (Megadyptres antipodes)

Pygoscelis

  • Stormbandpinguïn (Pygoscelis antarcticus)
  • Ezelspinguïn (Pygoscelis papua)
  • Adeliepinguïn (Pygoscelis adeliae)

Spheniscus

  • Afrikaanse pinguïn (Spheniscus demersus)
  • Humboldt pinguïn (Spheniscus humboldti)
  • Magelhaenpinguïn (Spheniscus magellanicus)
  • Galapagospinguïn (Spheniscus mendiculus)

In Safaripark Beekse Bergen kun je de Afrikaanse pinguïns zien.

Afrikaanse pinguïn (Spheniscus demersus)

De Afrikaanse pinguïn (ook wel zwartvoetpinguïn) is de enige pinguïn die broedt in Afrika. Deze soort komt voor langs de kust van Zuidwest-Afrika. De Afrikaanse pinguïn is te herkennen aan de zwarte hoefijzervormige streep die over de buik, van de flanken tot het begin van de keel, loopt. Verder heeft hij een zwarte rug en een witte buik.

Iedere Afrikaanse pinguïn heeft zijn eigen stippenpatroon op zijn buik. Dit kan je vergelijken met je vingerafdruk. Die is uniek voor iedereen!

Humboldt pinguïn (Spheniscus humboldti)

De naam van deze pinguïn komt van de Duitse wetenschapper en ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt. Ze leven langs de kusten van Chili en Peru. Als je goed naar de Humboldt pinguïn kijkt, lijkt hij wel een beetje op de Afrikaanse pinguïn. Ook deze soort heeft een zwarte streep over zijn buik net zoals de Afrikaanse pinguïn. Toch zit er wel een zichtbaar verschil in de twee soorten. De Humboldt pinguïn heeft roze plekken rondom zijn snavel.

Magelhaenpinguïn (Spheniscus magellanicus)

De magelhaenpinguïn is vernoemd naar Ferdinand Magellaan, de Portugese ontdekkingsreiziger. Ze leven langs de kusten van het zuiden van Zuid-Amerika. Ook deze pinguïnsoort heeft een streep over zijn buik lopen net zoals de Afrikaanse en de Humboldt pinguïn. In tegenstelling tot deze soorten, heeft de Magelhaenpinguïn een dubbele streep op zijn buik. Het ziet er eigenlijk uit als een soort extra kraagje.

Galapagospinguïn (Spheniscus mendiculus)

Deze soort leeft op de Galapagoseilanden. Deze eilandengroep ligt bij de westkust van Equador. Deze pinguïnsoort heeft een bijna geheel zwarte kop. Er loopt een klein, wit streepje boven zijn oog richting zijn nek. De galapagospinguïn wordt met uitsterven bedreigd door de klimaatverandering en de mens.

Keizerspinguïn (Aptenodytes forsteri)

De keizerspinguïn is de grootste pinguïnsoort en kan een hoogte bereiken 1,15 meter. De keizerspinguïn leeft in grote kolonies op Antarctica. Je herkent de keizerspinguïn aan zijn donkere rug, witte buik en goudgele vlekken langs de zijkant van zijn kop.

Koningspinguïn (Aptenodytes patagonicus)

De koningspinguïn is de op een na grootste pinguïnsoort. Hij wordt ongeveer 95 cm groot. De koningspinguïn leeft in grote kolonies op eilanden rondom Antarctica. De koningspinguïn lijkt een beetje op de keizerspinguïn. Toch zijn de twee soorten wel uit elkaar te houden. De koningspinguïn is iets kleiner en is duidelijk te herkennen aan zijn gekleurde vlekken die doorlopen op zijn borst. Ook heeft de koningspinguïn een langere, slankere snavel dan de keizerspinguïn.

Adeliepinguïn (Pygoscelis adeliae)

De adeliepinguïn is een van de kleinere pinguïnsoorten. Hij kan ongeveer tussen de 41 en 61 cm hoog worden. Hij heeft een kleine snavel, een volledig zwart-wit verenkleed en een witte ring om hun oog. Deze soort komt voor op en rondom Antarctica.

Stormbandpinguïn (Pygoscelis antarcticus)

De stormbandpinguïn leeft op en rond Antarctica. Deze pinguïn is goed te onderscheiden van de andere pinguïnsoorten door zijn deels witte kop. Alleen aan de onderkant van de kop loopt een zwart, dun streepje over de keel. Door dit streepje komt de pinguïn aan zijn naam. De bovenkant van de kop is zwart en hij heeft een zwart-wit verenkleed. Hij wordt tot wel 72 cm hoog.

Ezelspinguïn (Pygoscelis papua)

De ezelspinguïn komt voor op en rond Antarctica in grote kolonies. Van alle pinguïnsoorten kan hij het snelste zwemmen. Hij kan wel een snelheid van ongeveer veertig kilometer per uur halen! De ezelspinguïn is te herkennen aan zijn oranje snavel en poten. Ook heeft hij een witte streep die over de bovenkant van zijn kop loopt.  De ezelspinguïn heet niet voor niets ezelspinguïn. Het geluid wat deze pinguïn maakt lijkt namelijk op het geluid van een ezel!

Rotspinguïn

De rotspinguïn leeft in de gebieden rondom Antarctica. Hij komt voor in twee soorten: de noordelijke rotspinguïn (Eudyptes moseleyi) en de zuidelijke rotspinguïn (Eudyptes chrysocome). De noordelijke rotspinguïn wordt bedreigd. De zuidelijke rotspinguïn heeft de status ‘kwetsbaar’, maar deze populatie gaat achteruit. Zowel de zuidelijke als de noordelijke rotspinguïn is te herkennen aan zijn gele kuif achter zijn oog.

Macaronipinguïn (Eudyptes chrysolophus)

De macaronipinguïn komt voor op de eilanden rond Antarctica. Het is een vrij grote pinguïnsoort die een hoogte haalt van 71 centimeter. Je herkent de macaronipinguïn aan zijn opvallende lange wenkbrauwen die zwarte, gele en oranje kleuren heeft en ze hebben een rode snavel. Hoe komt deze pinguïnsoort eigenlijk aan zo’n rare naam? De naam is niet te vergelijken met de macaroni die wij eten. Het heeft te maken met een herenclub uit Engeland uit de 18e eeuw. Zij lieten als nieuwe mode hun haar hoog en wild knippen en staken er lange veren in. Ze noemden zichzelf de Macaroniclub. Toen de pinguïns werden ontdekt, werden ze macaronipinguïns genoemd vanwege hun rare, lange pluimen als wenkbrauwen.

Fjordlandkuifpinguïn (Eudyptes pachyrhynchus)

De Fjordlandkuifpinguïn komt voor in Nieuw-Zeeland en broedt langs de kusten van Fjordland. Als je goed naar zijn wang kijkt, heeft deze soort op zijn wang drie tot zes witte streepjes. Hij heeft een grote snavel die dof oranje van kleur is. Ook heeft deze pinguïnsoort een dikke gele tot oranje wenkbrauwstreep die uitloopt in kleine veertjes.

Snareskuifpinguïn (Eudyptes robustus)

De snareskuifpinguïn komt voor in Nieuw-Zeeland en broeddt op de Snareseilanden. Deze pinguïnsoort lijkt erg op de Fjordlandkuifpinguïn, maar heeft geen witte strepen op zijn wang. Ook heeft de snareskuifpinguïn een rozekleurige rand rondom zijn snavel. Wel heeft ook deze pinguïnsoort een dikke gele tot oranje wenkbrauwstreep die uitloopt in kleine veertjes.

Schlegelspinguïn (Eudyptes schlegeli)

De Schlegelspinguïn komt voor op de eilanden tussen Nieuw-Zeeland en Antarctica. Deze pinguïn is te herkennen aan zijn witte gezicht en zijn gele kuif die begint vanaf zijn voorhoofd. 

Grote kuifpinguïn (Eudyptes sclateri)

De grote kuifpinguïn komt voor in Nieuw-Zeeland. Ook deze pinguïn heeft net zoals de andere pinguïns van het geslacht Eudyptes een geel-oranje kuif. Deze soort wordt met uitsterven bedreigd. Onderzoekers hebben opgemerkt dat de populatie in 45 jaar met vijftig procent is gedaald! Er leven nu naar schatting nog maar 150.000 volwassenen pinguïns van deze soort in het wild en deze populatie gaat nog steeds elke dag achteruit.

Dwergpinguïn (Eudyptula minor)

Zoals de naam al doet vermoeden, is deze pinguïn de kleinste pinguïnsoort van allemaal. Hij wordt maar ongeveer dertig centimeter groot en weegt maar 1,1 kilo! Ze komen voor langs de zuidkust van Australië en de kusten van Nieuw-Zeeland.

Geeloogpinguïn (Megadyptes antipodes)

Ook uit de naam van deze pinguïnsoort is te herleiden waaraan je hem kan herkennen. Deze pinguïn heeft namelijke gele ogen. Ze komen voor langs de kusten van Nieuw-Zeeland. Helaas wordt deze soort met uitsterven bedreigd. Naar schatting zijn er nu nog maar tussen de 2500 en 3400 volwassen pinguïns van deze soort in het wild en dit aantal gaat elke dag achteruit.

Leer ook onze andere bewoners kennen